Je virtuele zelf pept je zelfbeeld op

Posted by on nov 17, 2014 in breintech, Niki's breinblog

Vrouwen die in een virtuele wereld door zichzelf worden getroost, kijken daarna milder naar zichzelf.

Vrouwen die in een virtuele wereld getroost worden door zichzelf, hebben daarna minder negatieve gedachten over zichzelf, en meer mededogen. Dat schrijven psychologen en computerwetenschappers van het University College London in PLOS ONE van 12 november.

Hevige zelfkritiek komt veel voor bij psychische stoornissen, zoals depressie. Patiënten moeten dan leren om met mildheid naar zichzelf te kijken. Een behandeling in een virtuele omgeving zou mensen kunnen helpen die dit met andere therapieën, zoals mindfulness-meditatie, niet bereiken.

Aan het onderzoek deden 43 gezonde jonge vrouwen mee die hoog scoorden op een test die de mate van zelfkritiek meet. Ze kregen een bril op met twee videoschermpjes in plaats van glazen. Hierdoor waanden ze zich in een virtuele kamer met een klein huilend meisje, dat op een krukje zat. Als ze naar beneden keken, zagen ze de handen en benen van hun avatar, als ze opzij keken zagen ze ‘zichzelf’ in een virtuele spiegel. Sensors op hun lichaam legden hun bewegingen vast, zodat hun avatar diezelfde bewegingen maakte.

De deelneemsters moesten het huilende meisje troosten. Dat deden ze bijvoorbeeld door begrip te tonen voor het verdriet en haar aandacht naar iets fijners te verleggen. Alles wat ze deden werd vastgelegd.

Daarna verplaatsten de onderzoekers het perspectief. De helft van de vrouwen zagen dezelfde ruimte nu door de ogen van het kleine meisje op het krukje. Ze zagen een virtuele jonge vrouw de woorden zeggen en de bewegingen maken die ze zelf daarvoor hadden geuit. De andere helft van de dames kreeg dezelfde scène te zien vanuit het perspectief van een derde persoon.

De vrouwen die hun eigen meelevende woorden vanuit het perspectief van het kleine meisje hadden gehoord, scoorden lager op een test voor zelfkritiek. En ze toonden juist meer mededogen voor zichzelf dan voordat ze begonnen.

Verschenen op vrijdag 14 november 2014 in NRC Handelsblad.