Even snel trauma’s wissen

    Photo by Mustafa ezz from Pexels

    Van de curieuze EMDR-therapie knappen mensen met een posttraumatisch stresssyndroom snel op. Enthousiaste therapeuten zetten de methode voor steeds meer klachten in. Sommige professionals zetten daar vraagtekens bij.

     

    De Amsterdamse Edine Russel, tot haar 44ste voor de duvel niet bang, sliep vorig jaar ineens met het licht aan. Ze durfde ’s ochtends nauwelijks naar buiten om naar haar werk te gaan als hoofdredacteur van de vrouwenglossy ELLE, en ’s avonds niet terug naar haar donkere huis. Eenmaal binnen ging alles op slot. Op straat wakkerde elke jongen met een capuchon een blinde paniek aan, bij elke onverwachte beweging van een voorbijganger slaakte ze een gil.

    Dat allemaal nadat een nachtelijke achtervolging door een man met een hoodie was geëindigd met een mes in haar arm – na die gebeurtenis hield een rauwe angst haar voortdurend in een verlammende greep.

    Van de akelige film die elke dag opnieuw werd afgespeeld in haar hoofd wilde ze dolgraag af. Een psycholoog constateerde een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Om die aan te pakken moest Russel steeds zo gedetailleerd mogelijk een angstige herinnering aan de overval ophalen, terwijl haar therapeut beurtelings op haar linker- en haar rechterknie tikte. „Binnen een paar minuten verandert je nare gevoel over die situatie en zie je het anders, heel bijzonder”, zegt ze. „Na elke sessie voelde ik me weer wat lichter. Als onderdeel van de psychotherapie deden we vier keer een sessie zoals dit. Binnen een paar maanden beheerste de angst mijn leven niet meer. Ik functioneerde weer.”

    EMDR heet de wonderlijke techniek waarmee de psychologe Russel verloste van haar angsten. De afkorting staat voor Eye Movement Desensitization and Reprocessing, ‘door oogbewegingen minder gevoelig maken en opnieuw verwerken’, in goed Nederlands. De bedenkster van de therapie, de Amerikaanse psycholoog Francine Shapiro, was tijdens een boswandeling dertig jaar geleden verzonken in een nare herinnering terwijl ze met haar ogen de zwiepende takken van links naar rechts volgde. Ze constateerde dat de emotionele lading van die herinnering ineens zwakker was geworden. In haar oorspronkelijke protocol uit 1987 worden dan ook geen tikjes op knieën uitgedeeld, maar moet de door angst gekwelde patiënt met zijn ogen een vinger volgen die van links naar rechts beweegt, vandaar de naam. Ze verloste er menig Vietnamveteraan mee van zijn oorlogstrauma’s.

    Aanvankelijk stonden psychologen sceptisch tegenover de vreemde behandeling. Maar anno 2017 bieden duizenden enthousiaste psychotherapeuten EMDR aan. De therapie wordt ingezet voor van alles. Niet alleen bij een PTSS, maar ook bij chronische pijn, depressie, eetstoornissen, verslaving, dwangstoornissen, fobieën, rouw, laag zelfbeeld en zelfs liefdesverdriet. Er zijn zelfs EMDR-apps om thuis trauma’s mee weg te wissen. Bij zo’n waslijst van toepassingen gaan als vanzelf alarmbellen rinkelen. Werkt het echt?

    Aanbevolen

    „EMDR is geen onzintherapie, het werkt als een tierelier bij PTSS”, zegt Marcel van den Hout, hoogleraar klinische psychologie, in zijn werkkamer aan de Universiteit Utrecht. „Toen Shapiro met haar EMDR vol rare rituelen op de proppen kwam deed ik het af als flauwekul. Het sloot totaal niet aan bij wat we wisten over PTSS. En de verklarende theorie was onbegrijpelijk. Je reinste cryptoneurologie.”

    In 2001 deed Van den Hout een onderzoek, „eigenlijk om te laten zien dat die oogbewegingen larie waren.” Maar uit de vergelijking van horizontale oogbewegingen met ofwel beurtelings links en rechts op een tafel tikken ofwel niets doen, maakte alleen het protocol met de oogbewegingen herinneringen minder levendig en akelig.

    Met EMDR heb je maar vijf sessies nodig om de klachten op te lossen, met cognitieve gedragstherapie zestien” 

    Marcel van den Hout, hoogleraar klinische psychologie

    De EMDR-aanhangers vergeleken in de loop der jaren in verschillende klinische onderzoeken het effect van EMDR en andere behandelingen op PTSS. „Er zijn inmiddels vier grote samenvattende meta-analyses gedaan door onafhankelijke onderzoekers”, zegt Van den Hout terwijl hij een grafiek toont op zijn computerscherm. „EMDR is duidelijk werkzaam bij PTSS. Het werkt net zo goed als de gouden standaard, trauma-gerichte cognitieve gedragstherapie. Maar met EMDR heb je maar vijf sessies nodig om de klachten op te lossen, met cognitieve gedragstherapie zestien.”

    EMDR is daarom ook sinds 2003 één van de twee aanbevolen psychologische behandelingen bij PTSS. Dat staat in de multidisciplinaire richtlijn voor de behandeling van angststoornissen die gebruikt wordt in de geestelijke gezondheidszorg.

    Voor alle andere aandoeningen, benadrukt Van den Hout, is nietaangetoond dat EMDR effectief is. „Sterker nog, het is aangetoond dat het niets doet. Overenthousiaste collega’s zijn het toe gaan passen op allerlei andere ziektebeelden. Dat is vaak gebaseerd op beschrijving van praktijkgevallen, niet op klinisch onderzoek. Het wordt bijvoorbeeld ingezet bij alcoholverslaving, maar uit onderzoek blijkt dat EMDR niets toevoegt aan de bestaande behandelingen. Ook bij het behandelen van een laag zelfbeeld doet EMDR hoegenaamd niets.”

    Van den Hout vindt dat uitwaaieren dus zeer onverstandig. „EMDR is nu net dat aura van exotische therapie kwijt. Als ze het nu weer als een soort Haarlemmerolie toepassen op allerlei terreinen waar geen evidentie voor is, kan die reputatie zo weer naar de gallemiezen gaan.”

    Nutteloze piepjes

    Dát EMDR werkt bij PTSS staat buiten kijf voor Van den Hout. „En van hóe het werkt beginnen we ook een beeld te krijgen” zegt hij. „Vroeger dacht men dat het steeds links en rechts kijken of tikken de communicatie tussen de twee hersenhelften verbeterde. En veel EMDR-therapeuten denken dat nog steeds. Maar in 2008 bleek uit onderzoek dat dit niet klopt: met verticale oogbewegingen worden herinneringen ook minder levendig en emotioneel beladen.”

    Volgens Van den Hout draait het bij EMDR om het belasten van het werkgeheugen. Wanneer we een herinnering opdiepen uit ons langetermijngeheugen, houden we die tijdelijk actief in ons werkgeheugen. Dat doen we met alle actieve denkprocessen die nodig zijn voor de taak die we aan het doen zijn, maar de ruimte is beperkt. Daarbij komt dat een opgehaalde herinnering tijdelijk labiel is, zo blijkt uit onderzoek. Ze kan makkelijk veranderen. Halen we een emotioneel beladen herinnering op terwijl we ook onze ogen heen en weer moeten bewegen, dan is er geen ruimte meer om ook die emotionele lading te ‘bewaren’. De herinnering wordt vervolgens minder levendig en minder emotioneel terug opgeslagen in het langetermijngeheugen.

    „Er zijn behoorlijk wat aanwijzingen dat dit zo werkt. Een beladen herinnering vervaagt ook als we het werkgeheugen bezetten door mensen sommetjes te laten maken, of een moeilijke tekening.” De veelgebruikte tikjes op de schouder of piepjes in het oor werken veel minder goed dan de oogbewegingen, blijkt uit Van den Houts onderzoek. Die belasten het werkgeheugen minder.

    EMDR is, kortom, al bijna vijftien jaar een van de twee aanbevolen behandelingen bij PTSS, maar het zou niet bij andere klachten toegepast moeten worden, en bij voorkeur moeten worden gebruikt met de oogbewegingen.

    Symptoombestrijding

    Toch zijn er ook behandelaars die vinden dat EMDR niet gebruikt zou moeten worden, zoals de eigenzinnige Utrechtse psychologe en auteur Martine Delfos. „Lang niet iedereen heeft er goede ervaringen mee,” zegt ze aan de grote tafel in haar behandelkamer. Zelf werkt ze al 45 jaar met trauma’s, uitsluitend met gesprekstherapie. Ze bouwde een theorie waarin de impact van trauma in verschillende lagen is opgebouwd.

    „EMDR is symptoombestrijding” stelt ze. „Het haalt alleen de bovenste laag weg, het angstige gevoel, en niet het onderliggende trauma. Dat kan schadelijk zijn: soms komt een jeugdtrauma los en verergeren de problemen. Of je raakt de angst wel kwijt, maar verliest daardoor de aanleiding om het dieperliggende en zeer vormende jeugdtrauma aan te pakken.” Er wordt veel te makkelijk over gedacht, vindt ze. „Op schoolpleinen raden ouders elkaar aan om problemen snel even ‘weg te EMDR’en’. Het past in de tijdgeest waarin iedereen alle vervelende dingen snel weg wil werken.”

    Op schoolpleinen raden ouders elkaar aan om problemen snel even ‘weg te EMDR’en’ “

    Martine Delfos, psycholoog

    Ze vertelt over een patiënte van haar, een veertigjarige vrouw die in 2013 hulp zocht. Zij was ternauwernood aan de dood ontsnapt bij een acute panieksituatie in een ziekenhuis. Kort daarna bleek ze kanker te hebben en terwijl ze daarvan aan het herstellen was, werd een familielid ernstig ziek.

    De huisarts opperde EMDR en stuurde haar naar een psycholoog in een huisartsenpraktijk. „In de eerste sessie pakten we het beeld van die levensbedreigende situatie aan”, vertelt deze vrouw, van wie de naam bekend is bij NRC, aan de telefoon. „Ik vond het af-schu-we-lijk. Je opent je allerkwetsbaarste herinnering, maar het wordt niet afgedicht. Na vijftig minuten sta je gewoon weer buiten en ben je alleen. Het voelde alsof ik geen huid meer had, heel onveilig. Ik ben niet meer teruggegaan. Daarna heb ik het heel zwaar gekregen doordat er trauma’s uit mijn jeugd omhoog kwamen.”

    „Het is absoluut vervelend als bij iemand met ernstige PTSS een EMDR-behandeling niet goed uitpakt”, zegt Ad de Jongh, hoogleraar angst- en gedragsstoornissen aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam. Hij haalde in 1993 de behandelmethode naar Nederland en richtte samen met anderen de EMDR Vereniging Nederland op. „Dat komt voor, vaak bij behandelaars die nog niet genoeg bagage hebben. Let wel, dat er trauma’s omhoog komen is nu juist de bedoeling bij traumagerichte therapie.”

    Basiscursus van vier dagen

    De behandelende psychologe had wel de basisopleiding van de EMDR Vereniging Nederland afgerond, maar geen vervolgtrajecten. Ze staat ook niet geregistreerd op die website. „Dat kan”, zegt De Jongh. „Na de basiscursus van vier dagen weet je hoe je EMDR toe moet passen. Daarna kun je lid worden van de vereniging, dat hebben inmiddels 4.250 mensen gedaan, maar het hoeft niet. In een vervolgopleiding leer je met verschillende soorten patiënten en complexe problematiek werken. Na een derde traject, waarin je supervisie krijgt van een ervaren therapeut, ben je EMDR practitioner.”

    Wie een EMDR-therapeut zoekt, doet er goed aan hierop te letten, benadrukt hij. Controle op wie de behandeling aanbiedt is er namelijk niet, en dat is een groot probleem, beaamt hij. Het staat in Nederland iedereen vrij om buiten de vereniging om een cursus te volgen of te geven, psycholoog of niet. En de techniek lijkt zo makkelijk dat steeds meer therapeuten hem aanbieden. Er zijn zelfs natuurgenezers die holistische EMDR aanbieden, ook aan huisdieren.

    De Jongh kent de bezwaren van Delfos. „Nogmaals, het is voor een patiënt heel vervelend als een EMDR-behandeling niet goed uitpakt. Maar het zijn uitbijters, gevalsbeschrijvingen. Uit wetenschappelijk onderzoeken blijkt dat 60 tot 90 procent van de volwassenen met een enkelvoudige PTSS na vijf sessies zijn aandoening kwijt is. Bij mensen met meervoudige PTSS hebben we vergelijkbare ervaringen in ons nieuwe Psychotrauma Expertise Centrum PSYTREC. Na twee weken heeft zes van de tien patiënten geen PTSS meer.”

    Valse herinneringen

    De Jongh pleit dus voor uitbreiding naar toepassing bij ernstige PTSS, waar Delfos juist kanttekeningen bij heeft. En niet alleen daarbij. Ze heeft ook bezwaar tegen de manier waarop EMDR bij jonge kinderen gedaan wordt. „Omdat zij nog niet kunnen verwoorden wat ze hebben meegemaakt, schrijven de ouders met hulp van de therapeut het verhaal van de gebeurtenis. Terwijl dat verhaal wordt voorgelezen, tikt een therapeut bijvoorbeeld op de knieën. Dat vind ik een kwalijke zaak, de kans bestaat dat je op die manier een kind valse herinneringen aanpraat.”

    Dat is een terecht punt van zorg, beaamt De Jongh. „Over de toepassing van die verhalenmethode voeren we binnen de vereniging discussie. Als therapeut moet je inderdaad goed oppassen dat je geen foutieve herinneringen creëert. We hebben een artikel geschreven om onze leden hierover te informeren.”

    Zou EMDR dan alleen bij volwassenen met simpele trauma’s toegepast moeten worden? Zelfs dat lijkt Delfos eigenlijk geen goed idee. „Iemand kan het gevoel krijgen dat hij zwak is als hij een trucje nodig heeft om van zijn problemen af te komen. Mensen worden er sterker van als ze zelf iets kunnen oplossen.”

    Met haar patiënte gaat het gelukkig weer goed. Zij verwerkte wat haar overkomen was door wekelijkse gesprekstherapie, en door zich creatief te uiten. „Dat heeft wel een jaar of vijf geduurd, het is een proces.”

    Edine Russel voelt zich niet verzwakt door de EMDR behandeling, integendeel. „Ik ben blij dat ik niet eindeloos zelf door deze heftige ervaringen heen moest, het was al zwaar en lang genoeg. Waarom zou je dat doen als je het makkelijker aan kunt pakken? Je krijgt al genoeg ellende op je bord in het leven. Ik vind EMDR een geschenk dat we met twee handen aan moeten pakken.”

    Verschenen in NRC Handelsblad op 24 november 2017